zondag, oktober 07, 2007

Te paard, te paard, we zijn verraden!


Verraad.

Het is het pijnlijkste wat je kan overkomen, het is vernietigend. Een geliefde, intieme vriend of vriendin, iemand die je na staat, en dan...verraad. In de steek gelaten worden, iemand blijkt niet de waarheid gesproken te hebben, kiest voor zichzelf, negeert je behoeftes, verlangens.
Wat volgt, in eerste instantie, is een allesverterende woede. De behoefte om keihard terug te slaan, de ander net zoveel pijn te doen als hij of zij mij gedaan heeft. Waarom? Wat heeft het voor nut?

Toen ik ruim een half jaar geleden midden in de pijn zat van een plotseling afgebroken relatie, iemand die me diep geraakt had en toen plotseling de emotionele verbinding verbroken had, kon ik niet anders dan er mee bezig zijn, er iedere keer maar weer over praten, er telkens weer naar terugkeren. Ik had het gevoel dat ik zou ontploffen, dat de beker overliep, en ik wist niet meer waar ik het moest zoeken. Ik wilde niet voelen wat ik voelde.
Een goede vriendin zei op gegeven moment tegen me:" Rob, jij hebt zo'n ontzettende behoefte je gevoelens erkend te zien...wat is dat toch? Is het niet voldoende voor jezelf te weten wat je voelt?" En dat was zò raak, dat ik er even helemaal stil van werd.
Want erger dan de scheiding is natuurlijk, het gevoel dat ik niet erkend word als degene die ik ben - met m'n gevoelens, behoeftes, verlangens. Zelfs de drang om de ander te kwetsen is niets anders dan de behoefte m'n gevoelens erkend te zien - ik pijn, dan jij ook pijn, en op die manier zul je mijn pijn wel móeten erkennen. Niets ergers dan het gevoel niet gezien te worden, en dat kan ik dan niet laten rusten, iedere keer ga ik terug en probeer het weer af te dwingen - zie me, erken me! "Terug voor nòg een pak slaag", zoals iemand het eens treffend geformuleerd heeft.
Uiteindelijk gaat het natuurlijk om die erkenning, en de behoefte daaraan is dan geworteld in wat heel modern "een lage eigenwaarde" heet, het duistere vermoeden, diep van binnen, dat we niet beminnenswaardig zijn, dat we niet echt bemind worden. En als iemand dan verraad pleegt wordt die geheime angst bevestigd en zijn de poppen aan het dansen.
Iemand raakt ons en opent de poort van de liefde, en die liefde begint te stromen en plotseling is de wereld zonnig en mooi - en we denken dat het die ander is die die liefde genereert, maar het komt uit onszelf, de ander is slechts de katalysator, de sleutel.
Het verraad van de ander laat ons dan alleen achter, met het gevoel ergens van beroofd te zijn.

Moeilijker nog dan liefde geven is liefde ontvangen, omdat we ons daarvoor moeten openen voor de ander, kwetsbaar zijn, en alle pijnlijke ervaringen uit het verleden maken dat we op onze hoede zijn, herinneringen aan eerder verraad, aan pijn, aan verdriet. Maar toch, om liefde te geven moeten we het ook kunnen ontvangen en omgekeerd, het één kan niet zonder het ander, want liefde die niet in beweging blijft bederft, als stilstaand water.

Het is goed om me op gegeven moment weer te realiseren dat die liefde altijd beschikbaar is, van binnen, en dat niemand me die af kan nemen. Liefde is onze ware aard. Ondanks de moeilijkheden, de pijn en het verdriet kunnen we niet anders dan liefhebben, ook al manifesteert die liefde zich op bepaalde momenten zo verwrongen dat ze nauwelijks meer als zodanig herkenbaar is. Maar op we het moment dat we dat beseffen kunnen we de liefde weer laten stromen, als een heldere beek, en onze dorst eraan lessen.

1 opmerking:

Neo zei

herkenbaar mooi!