donderdag, december 21, 2006




Laat je maar gaan, de stroom trekt,
vergeet de zwaarte,
vergeet het bekende,
en dans weg in de stroom,
water in water.


Maarten Houtman, Tao-Zenmeester.

zaterdag, november 25, 2006

Afscheid




Jaren later
op een heldere middag
vol nuchtere geluiden
en bezigheden in een huis
dat je nooit gekend heeft,
herinner ik mij plotseling
hoe zacht je ogen werden
als je me aankeek.

En even verscheen je mij
ten voeten uit, onverwacht
overgekomen uit het tijdeloze.
Zo zacht zijn je ogen
dat ze mij verzoenen
met je weggaan, sneller
en onverwachter dan je komst.

Hanny Michaelis

donderdag, november 23, 2006

Desiderata



Go placidly amid the noise and haste,
and remember what peace there may be in silence.
As far as possible without surrender
be on good terms with all persons.
Speak your truth quietly and clearly;
and listen to others,
even the dull and the ignorant;
they too have their story.
Avoid loud and aggressive persons,
they are vexations to the spirit.
If you compare yourself with others,
you may become vain and bitter;
for always there will be greater and lesser persons than yourself.
Enjoy your achievements as well as your plans.

Keep interested in your own career, however humble;
it is a real possession in the changing fortunes of time.
Exercise caution in your business affairs;
for the world is full of trickery.
But let this not blind you to what virtue there is;
many persons strive for high ideals;
and everywhere life is full of heroism.

Be yourself.
Especially, do not feign affection.
Neither be cynical about love;
for in the face of all aridity and disenchantment
it is as perennial as the grass.

Take kindly the counsel of the years,
gracefully surrendering the things of youth.
Nurture strength of spirit to shield you in sudden misfortune.
But do not distress yourself with dark imaginings.
Many fears are born of fatigue and loneliness.
Beyond a wholesome discipline,
be gentle with yourself.

You are a child of the universe,
no less than the trees and the stars;
you have a right to be here.
And whether or not it is clear to you,
no doubt the universe is unfolding as it should.

Therefore be at peace with God,
whatever you conceive Him to be,
and whatever your labors and aspirations,
in the noisy confusion of life keep peace with your soul.

With all its sham, drudgery, and broken dreams,
it is still a beautiful world.
Be cheerful.
Strive to be happy.

Desiderata, Max Ehrmann

dinsdag, november 21, 2006

We lijden tot we niet meer lijden.



Al eeuwenlang hebben mensen zich verwonderd over het lijden, in zichzelf en in anderen, en geprobeerd er een verklaring voor te vinden. Lijden is gebruikt als argument vóór en tegen het bestaan van God, als argument voor egoïsme en altruïsme, en ook al blijft het beëindigen ervan voor veel mensen vooralsnog in nevelen gehuld, één ding is wel duidelijk: Lijden is even persoonlijk als universeel en het verdeelt mensen zowel als dat het ze verenigt.
De overeenkomst met dat andere woord met een hoofdletter, Liefde, dringt zich op.

"It is our suffering that brings us together. It is not love. Love does not obey the mind, and turns to hate when forced. The bond that binds us is beyond choice. We are brothers. We are brothers in what we share. In pain, which each of us must suffer alone, in hunger, in poverty, in hope, we know our brotherhood. We know it, because we have had to learn it. We know there is no help for us but from one another, that no hand will save us if we do not reach out our hand. And the hand that you reach out is empty, as mine is. You have nothing. You possess nothing. You own nothing. You are free. All you have is what you are, and what you give."

"The dispossessed", Ursula K. Le Guin

Dus, hoewel lijden en liefde allebei in dezelfde categorie lijken te vallen, verdragen ze elkaar maar matig of lijken elkaar zelfs uit te sluiten. Dit vind je ook terug in een aantal spirituele tradities, waar lijden en angst trouwens vaak synoniem zijn. De boodschap lijkt te zijn: door te handelen op een manier die onze liefde vergroot, verminderen we onze angst danwel ons lijden, en omgekeerd, verminderen we de angst in ons, dan is er meer ruimte voor liefde, voor onszelf en voor anderen.

Eén spirituele traditie die zich intensief heeft beziggehouden met de aard van het lijden (en de verlossing ervan) is het boeddhisme. De "vier edele waarheden", zoals ze genoemd worden, handelen dan ook over lijden, respectievelijk het bestaan ervan, de oorsprong ervan, de beëindiging ervan, en de weg die leidt naar beëindiging van het lijden, oftewel het "edele achtvoudige pad."

Het mag verwonderlijk lijken dat het boeddhisme, dat tenslotte vrijheid en vrede van geest nastreeft, zich zo intensief bezighoudt met het tegenovergestelde ervan, maar dat is het niet. Eén van de redenen hiervan is de aanname dat we al vrede zìjn (of hebben), dat we al vrij zìjn - maar dat we ons er niet bewust van zijn, dat we begoocheld zijn. Dit impliceert natuurlijk dat we ons eigen lijden creëren - en het dus ook kunnen beëindigen. Met andere woorden, ons lijden heeft niets te maken met externe omstandigheden - het zit tussen de oren en dat is ook de plaats waar we het kunnen beëindigen.

Wat daar nog bij komt: de ironie is dat het juist ons lijden is dat ons er toe zet het pad te gaan dat tot beëindiging van ons lijden leidt. Onze pijn is de grote motivator die ons ertoe aanzet over onze eigen schaduw te springen, dingen te doen (of te laten) die wellicht tegen onze impulsen ingaan, en het simpelweg eens op een andere manier te gaan proberen. Immers: als je blijft doen wat altijd al deed blijf je krijgen wat je altijd al kreeg. Op die manier wordt lijden de aanzet tot verandering die ons leven transformeert, een transformatie die veel verder gaat, uiteindelijk, dan ons "goed voelen" - lijden als catalysator voor onze spirituele groei.

Eén van de ernstigste oorzaken van ons lijden is de identificatie met onze gedachten en overtuigingen, die uitmondt in een constante oorlog met de realiteit, met dat-wat-is. Lange tijd hebben velen van ons de neiging om, geconfronteerd met nederlaag na nederlaag, ons nog fanatieker aan lang-gekoesterde overtuigingen vast te klampen. Het is vaak pas na een totaal en diepgaand failliet, als al onze dromen in scherven liggen, dat we ons realiseren dat de oplossing niet ligt in het nòg fanatieker najagen van hersenspinsels, of wellicht het najagen van àndere hersenspinsels, maar dat vrede pas mogelijk is in de mate waarin we onze identificatie met die hersenspinsels loslaten. Overmatig ego (want dat is het) wordt onze ondergang, en ego is niets dan angst - angst om niet te krijgen wat we denken nodig te hebben, angst om niet te krijgen waar we denken recht op te hebben, of angst om het te verliezen als we het eenmaal hebben.

De meesten van ons bereiken dit punt alleen doordat we het lijden uiteindelijk meer dan zat zijn, totdat we op een punt komen waar we bereid worden datgene op te geven wat ons het meest aan het hart gaat: onze overtuigingen, meningen, en -uiteindelijk- onze opvattingen over wie en wat we zijn, en we ophouden ons er mee te identificeren.

Op dat moment gebeurt het wonder: ons lijden, waarvan we ons wanhopig hebben afgevraagd waar het toch in hemelsnaam goed voor was, vervaagt. Het heeft zijn taak volbracht - zijn functie als gids is ten einde. We zijn thuis, bij onszelf, bij onze ware aard (die liefde is) en bij het besef dat alles goed is zoals het is, wij, het bestaan, en zelfs het angstige en pijnlijke pad dat ons hier gebracht heeft. We lijden totdat we beseffen dat we niet meer hoeven te lijden.

maandag, oktober 09, 2006

Waarheid en realiteit



Iemand heeft me wel eens een "zoeker naar de waarheid" genoemd, zonder enige negatieve bijbedoeling overigens. Toch heb ik wat moeite met die uitdrukking. Allereerst het begrip "waarheid": het is me te dualistisch, tegenover waarheid staat "leugen", en het dualistische karakter van die twee suggereert dat ze allebei op hetzelfde nivo staan.
Persoonlijk geef ik de voorkeur aan het begrip "realiteit", dat minder vatbaar is (als het goed is tenminste) voor subjektieve interpretatie.

Wat is "realiteit"? Nou, alles wat is. Om ons heen, in ons. Zoals "Een Cursus in Wonderen" zegt:

"Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de vrede van God."

Kortom, de realiteit (of het werkelijke) is "dat wat bestaat".

Het is in dit verband interessant op te merken dat de enige (!) plek in het heelal waar iets voorkomt dat niet bestaat (althans niet in het fysieke heelal) tussen onze oren is. Onze geest gaat aan de slag met onze perceptie, kneedt, bewerkt, verminkt (soms) de realiteit zoals wij 'm ervaren (hetgeen dus iets anders is als de realiteit van wat is,) en ziet het produkt hiervan aan voor "dat was is". Zelfs als er overtuigend bewijs is dat dit model niet overeenkomt met "dat wat is" houden mensen hier vaak aan vast, soms tot hun grote schade, of die van anderen.
We scheppen dus altijd, letterlijk, onze eigen realiteit. Het enige wat we kunnen doen is proberen ons "model" zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met "dat wat is".

Is dit "zoeken"?. Misschien, maar ook deze term doet wat vreemd aan in deze context. Dat-wat-is is immers overal - sterker nog, er is niks anders. Behalve dan dat wat voor ons "heel reëel is, maar geen realiteit is" (Chuck C. - A new pair of Glasses). Zoekers, dat zijn volgens mij de mensen die je tegenkomt bij satsangs en retraites die vooral op zoek zijn naar zingeving - en het blijkbaar nog niet gevonden hebben.

Het is dus een kwestie van onze concepten, onze modellen, stukje bij beetje aanpassen in de richting van dat-wat-is, ons er steeds van bewust zijnde dat er nog steeds sprake is van concepten en modellen, die altijd op een bepaalde beperking, een bepaalde grens stoten in hun beschrijving van de werkelijkheid.

Is het mogelijk "concept-vrij" te zijn? En is dit dan wat Boeddha "Verlichting" noemt.
Misschien wel, ik ben er niet zeker van. Daarover wil ik het een andere keer hebben.

Walk in the sunlight of the spirit.

Stoppen, rusten, helen.



Hier volgt een fragment uit een Engelstalige lezing van Thich Nhat Hanh, die hij gehouden heeft op 6 augustus 1996, tijdens de zomerretraite.

De oefening van samatha, stoppen, is de oefening van het niets doen. We proberen niets te doen, alleen ons lichaam en onze geest toe te staan te rusten. Dat is niet makkelijk, omdat rennen en werken een gewoonte is van ons lichaam en onze geest. Daarom is het erg belangrijk je aan te sluiten bij een sangha, waar mensen zijn die in staat zijn te stoppen. In een retraite, waar je mensen aantreft die hier en nu aanwezig kunnen zijn, kan je profiteren van hun energie. Zij kunnen gelukkig zijn met de blauwe lucht, een klein bloemetje in het gras, met iedere stap die ze zetten. Ieder moment maken zij een stukje geluk.

Ze rennen niet. Zij zijn in staat stil te houden en ieder moment van het dagelijks leven diepgaand te leven. Het is heel belangrijk hun gezelschap op te zoeken, want als je met hen in contact bent zal je dat ook kunnen, na verloop van tijd. Als je op je kussentje zit of loopt, oefen dan om alleen maar in en uit te ademen en alleen maar hier te zijn. Want uit je bewuste hier en nu-zijn ontstaat liefde en zorg voor het lijden in je. Je bent er niet geweest voor jezelf, je hebt jezelf verwaarloosd.

Geliefd zijn betekent omhelsd worden door de aandacht en de energie van degene van wie je houdt. We moeten er voor ons zelf zijn. We zijn gewond, misschien zelfs diep gewond, in ons lichaam en in onze ziel. Wie zal er voor ons zijn? We moeten er allereerst voor onszelf zijn. En de Boeddha zal er voor ons zijn, want de Boeddha is in ons. De oefening is hier en nu stevige grond onder de voeten te vinden, en aan te raken wat zich hier en nu afspeelt. Daar hoef je niet hard voor te vechten; daar hoef je helemaal niet voor te vechten. Sta alleen jezelf toe te zijn. We zijn geneigd te denken dat geluk, gezondheid en succes alleen binnen ons bereik komen als we erheen rennen. Daarom hebben we het hier en nu opgeofferd. We hebben het hier en nu gezien als een middel om ons in de toekomst dingen toe te eigenen. Van die neiging moeten we afstand doen.
We hebben onszelf verbonden aan een bepaald idee van wat geluk is. We denken nooit gelukkig te kunnen zijn als we dit of dat niet voor elkaar krijgen, dit en dat niet kunnen veranderen. Vanwege deze binding leven we niet in vrede met onszelf. We proberen voortdurend iets te doen, iets voor elkaar te krijgen, maar misschien is het geluk er al. Alle voorwaarden voor je geluk zijn al hier. Je hoeft ze alleen maar te herkennen. Maar hoe kan je ze herkennen als je niet aanwezig bent? Misschien heb je niet beseft dat de zon aan de hemel een voorwaarde is voor je geluk.

Neem één kort moment om te kijken. Dan zie je dat al het leven op aarde mogelijk is vanwege de zon. Al ons voedsel komt voort uit het licht. Als je zo naar de zon kijkt, dan zie je de zon als je vader, je moeder. De zon voedt je iedere dag. De zon is er altijd voor je. Misschien klaag je dat niemand voor je zorgt, niemand van je houdt, niemand aandacht aan je besteedt, maar de zon voedt je iedere seconde van je leven. De aarde, de bomen, het water, de lucht, de bakker, de boer, de vogels, de insecten.

Sommigen van ons hebben geoefend om te stoppen en in het hier en nu te verblijven. Wij kunnen de vele voorwaarden voor ons geluk die hier en nu beschikbaar zijn aanraken, en ontdekken dat er meer niet nodig is. Deze voorwaarden zijn meer dan genoeg voor ons geluk. Stoppen is erg belangrijk. Zolang je blijft rennen en draven is geluk erg moeilijk. Stop. Als je stopt kunnen je lichaam en geest rusten. Als je stopt kan je de voorwaarden voor je geluk die hier en nu aanwezig zijn herkennen.

De twee elementen van de boeddhistische meditatie zijn samatha (stoppen, tot rust komen, kalmeren) en vipassana (diep kijken). Soms hoef je alleen maar te stoppen, en plotseling is daar een diep inzicht in de werkelijkheid. Als de golven op het meer kalm zijn wordt de maan zomaar in het water weerspiegeld. Het meer hoeft niet vol onrust en ongeduld naar de maan te zoeken. Sta jezelf toe in het moment te zijn. Geniet ervan contact te maken met de verfrissende en helende elementen om je heen en in jezelf. Of je het nu gelooft of niet, die zijn er. Als je jezelf toestaat deze elementen aan te raken, zal het afval compost worden. Opnieuw zullen er bloemen bloeien in de tuin van je hart.
Als je er helemaal bent zie je dat er niet alleen lijden is. Er is ook iets anders: het wonderschone leven, de verfrissende en helende elementen in je en om je heen. Kijk naar de hemel; luister naar de regen, glimlach naar de regen. Het is een wonder dat het regent; het is een wonder dat de lucht vanochtend blauw is; het is een wonder dat ik leef, dat ik kan lopen, dat mijn hart goed werkt. Er zijn zo veel dingen om blij over te zijn. Als er één boom in de tuin dood gaat vergeet je misschien dat de andere bomen leven. Als je je verdriet laat overheersen verlies je plotseling alles. Er gaat een boom dood in mijn tuin, ja, ik weet het, maar er zijn andere bomen, groen en gezond. Als je dat voor ogen houdt zal je niet verdrinken in je verdriet. Je zal sterk genoeg zijn die ene boom te redden, of te vervangen door een andere.

Maak je hart zo groot dat je ziet dat de voorwaarden voor je geluk hier en nu aanwezig zijn, en dat onrecht, wreedheid en kleingeestigheid je leven niet kunnen ruïneren. Je kan dat allemaal makkelijk zonder wrok en boosheid verdragen, want je hart is groot. Stel dat je wat vuil in een rivier gooit: de rivier zou niet boos zijn, maar bereid dat vuil te accepteren om het in één nacht te transformeren. Als je dat zelfde vuil thuis in een bak water zou gooien, zou het water niet langer drinkbaar zijn. Maar de rivier, groot als-ie is, transformeert en heelt. Oefen dus om als een rivier te zijn, dat is wat de Boeddha ons aanraadt. Oefen om als de aarde te zijn. Of de mensen nu bloemen, parfum en rijst op de aarde gooien, of urine en uitwerpselen, de aarde is bereid het allemaal zonder enige wrok te accepteren, want de aarde is groot en heeft het vermogen te transformeren.

Het is niet moeilijk onszelf te omarmen en het proces van heling te beginnen. Je hebt alleen een sangha nodig van mensen die dat ook doen en ervan genieten. Als je de meditatieruimte inkomt en gaat zitten met je eten, dan kan dat met een heleboel blijdschap. Zie het niet als een moeilijke oefening. Inderdaad, de hele maaltijd praten we niet, en we zitten de hele tijd stil, rechtop. Maar veel van ons vinden dat fijn. We hoeven niet te praten, we hoeven niet te denken, we hoeven helemaal niets: de hele maaltijd is er om echt uit te rusten. Een maaltijd in aandacht delen met de sangha, niets hoeven, alleen maar van ieder hapje genieten, in diep contact met het voedsel, helemaal zonder denken en zonder plannenmakerij - dat is de oefening van stoppen en rusten.
Als je een peultje op je lepel hebt, kijk ernaar, glimlach, en geef het zijn ware naam: snijboon. Met wat aandacht en concentratie besef je dat de snijboon een stukje wonderschoon leven is, net als jij - jij bent een niet te bevatten wonder. Het peultje is gemaakt door de wolken, de zon, de aarde, de mineralen, de lucht, het water - alles. Het is een ambassadeur van de kosmos als je weet hoe het te ontvangen, er samen mee te zijn, het vol aandacht en blijdschap te kauwen. Een peultje eten kan veel vreugde geven.

Waarom eet je een peultje? Om voedingsstoffen binnen te krijgen? Nee, je geniet gewoon van dat peultje, je geniet van jezelf, van het moment, van de sangha om je heen. We houden ervan ieder hapje dertig, veertig, vijftig keer te kauwen. In die tijd kauwen we niets anders, niet onze plannen, zorgen of angsten. Laat die nu slapen, ze zijn omhelsd door jouw aanwezigheid in volle aandacht. Eten is een oefening, een oefening om niets te doen, te stoppen. En met een beetje intelligentie kunnen we de tijd om te eten tot een tijd van vreugde maken. Misschien vind je het benauwend om niet te praten, te lachen, te bewegen. Maar dat zijn alleen maar gewoontes. Leer alsjeblieft de gewoonte om te rusten, dat is erg belangrijk.

Ook als je op je kussentje zit tijdens de zitmeditatie oefen je om te rusten, net zoals tijdens de loopmeditatie, als je alleen maar de aarde aanraakt en beseft wat een wonder het is te leven en op de aarde te lopen. Ieder moment sta je jezelf toe er te zijn, en te zorgen voor je verdriet, je angst en je pijn. Misschien slapen ze rustig op de bodem van je bewustzijn, of misschien komen ze bovendrijven. Hoe dan ook: omarm ze. Omarm ze met je echte aanwezigheid, want de energie van aandacht is de energie om er voor jezelf te zijn, en voor de mensen van wie je houdt. De zon is er voor jou, de maan is er voor jou, de boom en het water zijn er voor jou. Zorg jij dan dat je er voor hen bent - en speciaal ook voor jezelf. Jij bent degeen die je het hardste nodig heeft. Roep je naam, roep in stilte je naam - die mens heeft geleden, ga ernaar toe en omhels haar, omhels hem.

zondag, oktober 08, 2006

A course in miracles.



Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de vrede van God.